Overzicht van het meest recente nieuws en evenementen over het beheer van waterlopen.
Naast algemene maatregelen, hebben we een aanpak nodig om erosie sterk terug te dringen in specifieke gebieden. De VMM neemt daartoe initiatieven om samen met andere actoren in partnership op die plaatsen een duidelijk verschil te maken. Erosie moet in de eerste plaats brongericht aangepakt worden.
Welke normen gelden er voor sediment?
Er zijn momenteel geen normen vastgelegd die bepalen hoeveel sediment er mag zijn. In de basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater staat dat er een grenswaarde is voor zwevende stof van 50 mg/l voor 90 % van de meetresultaten. Ter hoogte van de sedimentmeetstations meet de VMM een gemiddelde concentratie tussen de 14 en 30 mg/l (zie rapport sedimentmeetnet 2020). Maar bij intense regenbuien ligt de gemiddelde piekconcentratie van zwevende deeltjes tot wel 360 keer hoger dan deze concentraties.
De VMM meet continu sedimentconcentraties (= aantal gram sediment per liter) en sedimentvrachten (= hoeveelheid ton zwevende droge stof) in onze waterlopen zodat we de sedimentlast kunnen monitoren. We startten het sedimentmeetnet op de onbevaarbare waterlopen 20 jaar geleden op.
Sediment is van nature aanwezig in onze waterlopen, maar verschillende factoren kunnen ertoe leiden dat er een te grote aanvoer van sediment is. Vooral watererosie uit landbouwgebied, industriële en huishoudelijke lozingen en oevererosie veroorzaken sediment in grachten en waterlopen.
Sediment staat voor de zwevende deeltjes in water. Deze sedimentdeeltjes kunnen zich afzetten in de waterkolom, wat aanleiding geeft tot slibvorming. Het is van nature aanwezig in de waterloop en is, in beperkte hoeveelheden, een essentieel onderdeel van het water. Externe factoren kunnen ertoe leiden dat er een te grote aanvoer van sediment is. Vooral watererosie uit landbouwgebied, industriële en huishoudelijke lozingen en oevererosie veroorzaken sediment in grachten en waterlopen.
De neerslag in december zorgde voor een duidelijke stijging van de debieten van de Vlaamse waterlopen ten opzichte van begin vorige maand. 51% van de meetplaatsen toont nu normale waarden, 44% hoge tot zeer hoge debieten. Voor het freatische grondwater blijft de toestand eerder droog met op 29% een normale waterstand en op 58% van de meetplaatsen een lage tot zeer lage waterstand voor de tijd van het jaar.
Naar jaarlijkse gewoonte veranderen er een aantal zaken op 1 januari. We zetten even op een rijtje wat er verandert aan de informatieplicht overstromingsgevoeligheid, de watertoets, de waterfactuur en rioleringssubsidies.
De kwaliteit van het oppervlaktewater in landbouwgebied in winterjaar 2021-2022 is qua nitraat beter dan de voorbije jaren. Dit is vooral te danken aan de goede weersomstandigheden. Hiermee is enkel de verslechtering gedurende de periode 2016-2019 weggewerkt. De doelstellingen van het Vlaams mestbeleid worden nog niet gehaald. Fosfor verbetert langzaam, wellicht mee een gevolg van het mestbeleid. De VMM meet en beoordeelt de invloed van de landbouw op de waterkwaliteit in grond- en oppervlaktewater met het MAP-meetnet oppervlaktewater en het freatisch grondwatermeetnet.
Het klimaat verandert overal snel en ingrijpend, met toenemende wateroverlast, hitte en droogte als gevolg. Vlaanderen neemt al maatregelen, maar roept ook alle hens aan dek om de grote uitdagingen aan te pakken. Tijdens de inspiratiedag ‘Samen voor Zuivere Lucht en Klimaatadaptatie’ stelde de VMM op vrijdag 9 december 2022 nieuwe tools voor die steden en gemeenten hierbij helpen. De namiddag stond in het teken van 'Samen voor Klimaatadaptatie'.
De neerslag van afgelopen weken heeft voor een lichte stijging van afvoeren en waterpeilen van de bevaarbare waterlopen gezorgd. De afvoeren zijn op de meeste plaatsen lager dan normaal voor de tijd van het jaar, maar niet uitzonderlijk laag.