Verzurende depositie
- verzurende depositie is de aanvoer van stikstof en zwavel vanuit de atmosfeer naar bodem, water, vegetatie, …
- verzuring tast ecosystemen aan en vermindert de bodem- en waterkwaliteit en de biodiversiteit
- stikstof heeft naast verzurende ook vermestende effecten; zwavel werkt enkel verzurend
- de hoogste verzurende depositie vindt plaats in het centrum van West-Vlaanderen, N-Antwerpen en NO-Limburg
- verzurende depositie daalt met 48 % sinds 2000
- er is vooral een sterke afname van de zwaveldepositie




Doelstellingen
- de verzurende depositie bepaalt of de kritische lasten voor verzuring overschreden worden
- volgens het Vlaams luchtbeleidsplan moet de oppervlakte natuur met overschrijding van de kritische lasten in 2030 minstens een derde lager zijn dan in 2005
Toestand in 2020
- hoogste verzurende depositie in gebieden met intensieve veeteelt in het centrum van West-Vlaanderen, N-Antwerpen en NO-Limburg
- verzurende depositie bestaat gemiddeld voor 52 % uit NHx (afkomstig van ammoniak), 23 % uit NOy (afkomstig van stikstofoxiden), 10 % uit zwavel (SOx) en 15 % uit halogeenzuren en organische zuren (HZ + OZ)
- zo’n twee derde van de NHx-depositie in Vlaanderen komt door Vlaamse uitstoot, voornamelijk van de landbouw
- ruim 60 % van de NOy- en SOx-depositie in Vlaanderen is afkomstig van emissies buiten Vlaanderen; het Vlaamse deel van deze deposities wordt vooral veroorzaakt door de sectoren transport (NOy) en industrie en energie (SOx)
Evolutie
In 2000-2020 daalt de verzurende depositie met 48 %:
- de zwaveldepositie is het sterkst afgenomen (-82 %)
- sinds 2015 is er weinig verandering in de verzurende depositie
- in 2020 is de gemiddelde verzurende depositie 7 % lager dan in 2015-2019
- de verzurende depositie daalt sterker dan de stikstofdepositie
- lokaal kan de verzurende depositie anders evolueren dan het Vlaamse gemiddelde door het effect van lokale emissiebronnen
Hoe pakken we dit aan?
Maatregelen om de uitstoot van verzurende stoffen te verminderen, moeten zich in de eerste plaats richten op de landbouw, de belangrijkste bron (NH3), gevolgd door transport (NOx) en industrie (SO2/NOx).
- de maatregelen bij de landbouw worden opgesomd in de indicator uitstoot ammoniak door de landbouw.
- bij het wegverkeer (daling uitstoot stikstofoxiden) focussen de maatregelen op een modale verschuiving, minder kilometer over de weg en een vergroening van de vloot (zie indicatoren samenstelling wagenpark en activiteiten wegverkeer)
- een lagere uitstoot door de industrie kan bekomen worden door aanpassing van de milieuwetgeving en vergunningsvoorwaarden volgens de laatste stand der techniek, door extra rookgaszuivering bij grote bedrijven en de plaatsing van katalysatoren op stookinstallaties
Een volledig overzicht van de maatregelen voor de verbetering van de luchtkwaliteit in Vlaanderen vind je in het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030. Een bespreking van de voortgang van de maatregelen is terug te vinden in het voortgangsrapport over het luchtbeleidsplan 2030.
Ook het stikstofbeleid (Programmatische Aanpak Stikstof - PAS) omvat maatregelen om de uitstoot van stikstof terug te dringen met behoud van economische ontwikkeling.
Meer informatie