Hoe evolueert de toestand van de waterlopen in Vlaanderen?
Lozingen dalen tussen 2010-2021
De waterkwaliteit wordt vooral bepaald door de lozingen (emissies) die erin terechtkomen. De totale emissies van zuurstofbindende stoffen en nutriënten (stikstof en fosfor) zijn duidelijk gedaald in de periode 2010-2021:
- biochemisch zuurstofverbruik: -28%
- stikstof: -17%
- fosfor: -19%
Er komt minder ongezuiverd, huishoudelijk afvalwater in onze waterlopen terecht. De huishoudelijke emissies daalden dankzij de verdere uitbouw en verbetering van de openbare waterzuivering. Ook de inspanningen van de bedrijven leverden resultaten op. De fosforemissies van de landbouw dalen langzaam, maar de stikstofemissies van de landbouw doen dat niet.
Verbetering waterkwaliteit vlakt af
De dalende emissies van zuurstofbindende stoffen en nutriënten leidden tot verbeterde zuurstof-, stikstof- en fosfaatconcentraties in de waterlopen. Ook het percentage van de Vlaamse waterlichamen (de wat grotere waterlopen) dat voldoet aan de norm nam toe. Maar die verbetering vlakt de laatste jaren wel af. Voor nitraat gaat de toestand de laatste jaren achteruit.
Fauna en flora krijgen meer kansen door betere waterkwaliteit
De verbeterde zuurstof- en nutriëntenconcentraties zorgen ook voor betere leefomstandigheden voor aquatische organismen (vissen, waterplanten …). Zo neemt het percentage waterlichamen duidelijk toe met een goede of zeer goede score voor ongewervelden en waterplanten. Toch haalt maar een zeer kleine minderheid van de waterlichamen alle vooropgestelde doelen.
De scores voor de waterlichamen zijn gebaseerd op uitgebreid onderzoek naar de aquatische organismen in de waterloop. Het gaat dan om vissen, ongewervelden (macro-invertebraten), waterplanten (macrofyten) … . Rekening houdend met o.a. de diversiteit aan soorten en de gevoeligheid ervan voor vervuiling, krijgen waterlichamen scores van zeer goed tot slecht. Die scores worden om de drie jaar herberekend en zijn op dit ogenblik beschikbaar tot en met de periode 2016-2018.
Beperkt aantal gevaarlijke stoffen vormt wijdverspreid probleem
Bij te hoge concentraties kunnen gevaarlijke stoffen giftig worden voor waterorganismen. Een deel van die stoffen kan ook hormoonverstorend werken. Sommige stoffen stapelen zich op in waterorganismen. Daarom worden metingen gedaan in het water zelf en in vissen.
Van de zware metalen overschrijdt kobalt het vaakst de milieukwaliteitsnorm in oppervlaktewater. In 2019 werd op 52 % van de meetplaatsen een normoverschrijding vastgesteld. Op alle meetplaatsen werd een overschrijding van de milieukwaliteitsnorm voor kwik in paling en baars gemeten.
Over het algemeen vertonen de pesticiden in het oppervlaktewater een gunstige evolutie. Enkele pesticiden komen toch nog heel vaak in te hoge concentraties in het oppervlaktewater voor. Zo overschrijdt het insecticide imidacloprid in 62 % van de meetplaatsen de norm. Het insecticide heptachloorepoxide kwam op 90 % van de meetplaatsen in te hoge concentraties in paling voor.
Andere gevaarlijke stoffen die op minstens de helft van de meetplaatsen in oppervlaktewater of in vis een overschrijding van de norm laten optekenen:
- Gebromeerde difenylethers (vlamvertrager)
- PFOS (vuil-, water- en olieafstotende materialen)
- Benzo(a)pyreen en Fluoranteen (Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), ontstaat door onvolledige verbranding)
- Tributyltin (vroeger gebruikt tegen aangroei van algen en zeepokken op scheepsrompen)
Vaak zijn de bronnen van deze stoffen divers en niet altijd goed gekend. Meer over de verspreiding van deze stoffen lees je in de Inventaris prioritaire stoffen.
Omdat ook de consumptienormen regelmatig overschreden worden, raadt de Vlaamse overheid af om zelf gevangen paling of roofvis te consumeren.
Hoe pakken we dit aan?
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma.
Het 6de mestactieplan voor de periode 2019-2022 (MAP 6) moet ervoor zorgen dat minder nitraten en fosfaten uit meststoffen in het water terechtkomen.
Het NAPAN (Nationaal Actie Plan d’Action National) omvat alle gecoördineerde plannen inzake pesticiden in België.
Het Vlaamse PFAS-actieplan bevat acties om de PFAS (perfluoralkylstoffen waartoe ook de PFOS behoren) en hormoonverstoorders aan te pakken.