Drinkwaterproductie
- In 2021 produceerden de Vlaamse waterbedrijven 365,5 miljoen m³ drinkwater.
- In 2021 werd in totaal 379,3 miljoen m³ ruwwater gewonnen, waarvan 55% oppervlaktewater en 45% grondwater. Sinds 2016 is er een lichte stijging van de hoeveelheid gewonnen ruwwater uit oppervlaktewater.
- De effectieve lekverliezen in het drinkwaternet bedroegen in 2021 naar schatting 57 miljoen m³ drinkwater.





Toestand
Winning
- Om drinkwater te produceren gebruiken de Vlaamse waterbedrijven grond- en/of oppervlaktewater.
- In 2021 werd in totaal 379,3 miljoen m³ ruwwater gewonnen, waarvan 55% oppervlaktewater en 45% grondwater.
- 369,6 miljoen m³ werd gewonnen in Vlaanderen, de overige 9,8 miljoen m³ is grondwater uit Wallonië.
Productie
- Nadat het ruwwater werd gewonnen, volgt het productieproces waarin dit water wordt behandeld tot drinkwater dat voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen. Een klein deel ruwwater wordt zonder zuivering of met beperkte zuivering verkocht voor industriële processen.
- De waterbedrijven produceerden in 2021 in Vlaanderen 365,5 miljoen m³ drinkwater. In 2021 ging 5,8 miljoen m³ water verloren bij de productie van drinkwater.
Transfers
- De transfers van drinkwater tussen de verschillende Vlaamse waterbedrijven:
- onderlinge handel: 83,9 miljoen m³;
- aankoop van drinkwater buiten Vlaanderen: 61,8 miljoen m³;
- verkoop van drinkwater buiten Vlaanderen: 10,3 miljoen m³.
Distributie
- Het drinkwater dat de Vlaamse waterbedrijven produceren (of aankopen), wordt geleverd aan huishoudelijke en niet-huishoudelijke abonnees. In 2021 leverden de waterbedrijven 351,6 miljoen m³ drinkwater aan de abonnees.
- Het niet-geregistreerde verbruik omvat het niet-gefactureerde verbruik en de lekverliezen. Onder niet-gefactureerd verbruik valt het watergebruik door de brandweer, het spoelen van leidingen en onnauwkeurigheid van de watermeters. In 2021 was het niet-geregistreerde verbruik 66,3 miljoen m³ of zo’n 16% van het water dat gedistribueerd werd. Daarvan is naar schatting 56,8 miljoen m³ effectief lekverlies.
- De Infrastructure Leakage Index, een maat voor de lekverliezen die rekening houdt met de grootte en het aantal vertakkingen van een netwerk, lag voor de Vlaamse waterbedrijven in 2021 tussen 0,34 en 1,50 met een gewogen gemiddelde van 1,16. Een waarde onder de 2 wordt internationaal als goed beschouwd. Voor landen met hoge inkomens met een ILI-waarde lager dan 2 wordt gesteld dat verdere reducering van waterverlies onrendabel kan zijn. In geval van watertekorten kan verdere reductie evenwel wel te verantwoorden zijn. In de Blue Deal, een actieplan van de Vlaamse regering om de droogte aan te pakken, is een streefwaarde van 0,5 opgenomen.
Evolutie
Over het algemeen zijn de evoluties beperkt:
- De totale hoeveelheid gewonnen ruwwater is sinds 2016 met 9% gestegen. De winning uit oppervlaktewater is sinds 2016 met 18% gestegen terwijl de winning uit grondwater in 2021 quasi op hetzelfde niveau lag als in 2016. Daardoor is het aandeel van grondwater gedaald.
- De aankoop van drinkwater van buiten Vlaanderen is sinds 2018 gedaald met 19%.
- De hoeveelheid beschikbaar voor distributie vertoont weinig of geen trend.
- Het niet-geregistreerd verbruik lag in 2021 9% lager dan in 2020.
- De Infrastructure Leakage Index volgt het patroon van het niet-geregistreerd verbruik en lag in 2021 ongeveer 12% lager dan in 2020.
Hoe pakken we dit aan?
Elke waterbedrijf kreeg van de overheid de opdracht om een leveringsplan en een langetermijnvoorzieningsplan op te maken. Daarnaast is er ook de Strategische Planning voor Waterbevoorrading (SPW) waarvan het doel is het maximaal verzekeren van de vraag en behoefte naar water op duurzame wijze nu en in de toekomst. Voor het deel collectieve waterbevoorrading bouwt dit deel van het SPW verder op de leveringsplannen en langetermijnvoorzieningsplannen. Een belangrijk onderdeel is het responsbeleid nu en in de toekomst, zoals investeringsprojecten gericht op leveringszekerheid, pijlers voor het toekomstig beleid.