Berekening voor gezinnen
Gezinnen die alleen kraanwater gebruiken van een watermaatschappij betalen geen heffing aan de Vlaamse Milieumaatschappij. De watermaatschappijen staan zelf in voor de zuivering van dat water. Ze rekenen die kost door aan de verbruiker via de bovengemeentelijke saneringsbijdrage.
- Voor informatie over de waterprijs in Vlaanderen klik je door naar de waterfactuur.
- Voor informatie over de bovengemeentelijke bijdrage en/of het aanvragen van een vrijstelling van de bijdrage, kan je contact opnemen met je watermaatschappij. Voor de contactgegevens van je watermaatschappij, klik op Contact.
De VMM vestigt wel een heffing op het waterverbruik uit een eigen waterwinning. Gezinnen zonder aansluiting bij een watermaatschappij en gemengde waterwinners (kraanwater en een eigen waterwinning) krijgen een heffingsbiljet op basis van een forfaitaire berekening.
De berekening van de heffing voor kleinverbruikers
De heffing op de waterverontreiniging wordt berekend door het aantal vervuilingseenheden (VE) te vermenigvuldigen met het eenheidstarief.
Het eenheidstarief wordt uitgesplitst over twee groepen, namelijk de oppervlaktewaterlozers (eenheidstarief zone C/OW) en de niet-oppervlaktewaterlozers of rioollozers (eenheidstarief zone A/B).
De formule voor de berekening van de heffing is:
Hoe?
Je gebruikt alleen kraanwater
De heffing voor kraanwatergebruikers is vervangen door een bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Die wordt aangerekend door de watermaatschappij. Enkel voor kraanwaterverbruikers van de gemeente Baarle-Hertog die aangesloten zijn bij de watermaatschappij Brabant Water, wordt er nog een heffing aangerekend.
De heffingsplichtige is de persoon aan wie de watermaatschappij het waterverbruik factureert. Hij/zij moet de heffing dus betalen.
Voor particulieren en rechtspersonen (nv, vzw, bvba...) gebeurt de bepaling van N (het aantal vervuilingseenheden) als volgt:
N = 0,025 x Qw
Met Qw = het waterverbruik, gefactureerd in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar. Als de facturen geen m³ water vermelden, wordt het aantal tariefeenheden inclusief de gratis geleverde tariefeenheden, gedeeld door 2,37.
De heffing wordt berekend op basis van het kraanwaterverbruik dat de watermaatschappij in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar factureert. Dit betekent dus bijvoorbeeld dat het kraanwaterverbruik vermeld op de facturen van 2018 in rekening worden gebracht voor de heffing 2019.
Je gebruikt alleen een eigen waterwinning
Voor particulieren die alleen gebruik maken van een eigen waterwinning wordt 30 m³ in rekening gebracht per persoon die gedomicilieerd is op 1 januari van het heffingsjaar op de plaats van het waterverbruik.
N = 0,025 x Qp
Met Qp = 30 m³ x aantal personen dat op 1 januari van het heffingsjaar deel uitmaakt van eenzelfde gezin of gemeenschap.
Voor rechtspersonen wordt de heffing berekend op basis van 500 m³.
N = 0,025 x Qp
Met Qp = 500 m³ voor rechtspersonen.
Je gebruikt kraanwater en eigen waterwinning (gemengde waterverbruiker)
De heffing voor het deel kraanwater werd vervangen door de bovengemeentelijke saneringsbijdrage aangerekend door de watermaatschappij (zie hierboven). De term Qw in de formules hieronder is dus gelijk aan nul. De kraanwaterverbruikers van de gemeente Baarle-Hertog die zijn aangesloten bij de watermaatschappij Brabant Water, vormen hierop een uitzondering.
Voor particulieren die gebruik maken van kraanwater en een eigen waterwinning wordt de heffing berekend op basis van het gefactureerde kraanwaterverbruik. Dat wordt vermeerderd met een verbruik van 10 m³ per persoon die op 1 januari van het heffingsjaar gedomicilieerd is op de plaats van het waterverbruik.
N = 0,025 x (Qw + Qg)
- Qw = het waterverbruik, gefactureerd in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar. Als op de facturen geen m³ water worden vermeld, wordt het aantal tariefeenheden, inclusief de gratis geleverde tariefeenheden, gedeeld door 2,37
- Qg = 10 m³ x aantal personen dat op 1 januari van het heffingsjaar deel uitmaakt van eenzelfde gezin of gemeenschap
Voor rechtspersonen wordt de heffing berekend op basis van het kraanwaterverbruik vermeerderd met 500 m³.
N = 0,025 x (Qw + Qg)
- Qw = het waterverbruik, gefactureerd in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar. Als de facturen geen m³ water vermelden, wordt het aantal tariefeenheden inclusief de gratis geleverde tariefeenheden, gedeeld door 2,37
- Qg = 500 m³