Zware metalen in waterbodem (2000-2015)
- Verontreiniging van oppervlaktewater blijft niet beperkt tot de waterkolom zelf. Een aantal stoffen, waaronder zware metalen, hebben immers de neiging zich te binden aan het zwevend stof. Als dit zwevend stof bezinkt, gaat het samen met de eraan vastgehechte polluenten de waterbodem of sedimentlaag vormen.
- Vooral cadmium, chroom, koper, kwik, lood en zink zorgen voor verontreiniging.
- De verontreiniging van de waterbodems met kwik en nikkel neemt duidelijk af. Voor de overige metalen is de verbetering minder uitgesproken.

Doelstellingen
Sinds 9 juli 2010 zijn er decretale milieukwaliteitsnormen voor waterbodems. Het zijn richtwaarden die het milieukwaliteitsniveau bepalen dat zo veel mogelijk moet worden bereikt of gehandhaafd. Ze gelden niet als saneringscriterium, noch als saneringsdoel.
Toestand
De meetresultaten voor de periode 2012-2015 geven aan dat:
- vooral cadmium, chroom, koper, kwik, lood en zink voor verontreiniging zorgen;
- koper en zink het vaakst aanleiding geven tot overschrijdingen van de normen, wat in respectievelijk 50 en 49 % van de meetplaatsen het geval is.
De verontreiniging van de waterbodem met zware metalen is deels het gevolg van historische vervuiling.
Evolutie
Sinds 2000:
- neemt de verontreiniging van de waterbodems met kwik en nikkel duidelijk af;
- is voor de overige metalen de verbetering minder uitgesproken;
- gaat de toestand voor geen enkel metaal achteruit.
De kwaliteit van een waterbodem kan wijzigen:
- door sediment te verwijderen (al leidt sanering niet altijd tot een verbetering van de waterbodemkwaliteit omdat de historische verontreiniging soms diep in de waterbodem is doorgedrongen);
- door verminderde lozingen waardoor de nieuw gevormde waterbodem – met andere woorden de bovenste sedimentlaag – minder vervuild is;
- door de gewijzigde fysisch-chemische kwaliteit van de waterkolom, bijvoorbeeld hogere zuurstofconcentratie, kan nalevering van toxische stoffen vanuit de waterbodem naar de waterkolom optreden.
Hoe pakken we dit aan?
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma. Voor deze indicator is vooral Groep 8B - Waterbodem van belang , meer bepaald de maatregel ‘8B_D De waterbodemkwaliteit verbeteren door duurzaam saneren van verontreinigde waterbodems’. Gebiedsspecifieke acties komen aan bod in de bekkenspecifieke delen. Een bekend voorbeeld is de sanering van de Winterbeek in het Demerbekken. In dit project wordt 17 kilometer historisch verontreinigde waterbodem geruimd en worden de oevers gesaneerd.