Groendak
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening beloont het plaatsen van een groendak door het versoepelen van de andere verplichtingen m.b.t. infiltratie en buffering. Gebouwen die volledig voorzien zijn van een groendak moeten geen regenwaterput plaatsen. Sluit je deze afvoer toch aan op een regenwaterput, gebruik dan een actiefkoolfilter om de kleur te corrigeren en de organische vervuiling te beperken.
Er bestaan 2 soorten groendaken, nl. intensieve en extensieve groendaken. Intensieve groendaken of daktuinen komen minder voor. Extensieve groendaken met een lage begroeiing van onder meer mossen en vetplantjes, komen het vaakst voor.
Aangezien een groendak een bufferende werking moet hebben, is het van belang de nodige aandacht te schenken aan de wateropslagcapaciteit. Een ideale berging van 50 liter per m² of 50 mm is het streefdoel. Voor de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater geldt een minimum van 35 mm. Let wel, 50 mm berging betekent dat de overloop een stuk hoger dan 50 mm moet geplaatst worden. De berging van het regenwater gebeurt immers in de drainagelaag en het substraat die ook een zeker volume innemen.
Voor de plaatsing van een groendak en het nagaan van de mogelijkheden bij bestaande gebouwen, neem je best contact op met een architect of een professional.