Totale broeikasgasuitstoot per gas (ETS en niet-ETS) (1990-2020)
- Eenmalige, sterke daling totale broeikasgasuitstoot met 9 % in 2020 t.o.v. 2019.
- Verklaring ligt vooral bij een sterke terugval in de transportstromen en enkele economische activiteiten (o.a. petroleumraffinage) door de COVID-19-crisis, aangevuld door het effect van een erg zachte winter.
- De totale broeikasgasuitstoot is in de periode 1990-2020 met bijna 20 % gedaald.
- De Europese emissiehandel reguleert momenteel ruim 40 % van de Vlaamse broeikasgasuitstoot.
- De broeikasgassen zijn CO2, CH4 (methaan), N2O (lachgas) en de fluorhoudende broeikasgassen (F-gassen: HFK's, PFK's, SF6 en NF3).


Emissiebronnen
Doelstellingen
In navolging van het VN-Klimaatverdrag onderschreven de EU-lidstaten het Klimaatakkoord van Parijs (2015) waarin werd afgesproken de mondiale broeikasgasuitstoot zodanig te beperken dat de gemiddelde temperatuurtoename op aarde beneden de 2 °C blijft ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Het akkoord ambieert zelfs om die stijging te beperken tot 1,5 °C. Daartoe streeft de EU naar een netto nul-uitstoot tegen 2050.
De broeikasgassen én de bijhorende emissiereductiedoelstellingen worden op Europees niveau opgesplitst in twee delen:
- ETS-emissies: emissies die onder het Europees emissiehandelssysteem (ETS) vallen. Het betreft het gros van de emissiebronnen uit de sectoren energie en industrie. Hiervoor geldt enkel een doelstelling voor het geheel van de EU.
- Niet-ETS-emissies: alle emissies die niet onder het ETS vallen. Het betreft vooral emissies afkomstig van transport, huishoudens, handel & diensten en landbouw. Hiervoor geldt een doelstelling voor het geheel van de EU, maar deze doelstelling wordt wel verder vertaald op niveau van de lidstaten. De niet-ETS-doelstelling wordt binnen België ook verder verdeeld over de drie gewesten.
Tabel: Reductiedoelstellingen broeikasgasemissies
t.o.v. | 2020 | 2030* | |
---|---|---|---|
EU (totaal) | 1990 | - 20 % | - 40 % |
- EU: ETS | 2005 | - 21 % | - 43 % |
- EU: niet-ETS | 2005 | - 10 % | - 30 % |
Vlaanderen (enkel niet-ETS) | 2005 | - 15.7 % | - 35 % |
* In afwachting van een definitieve goedkeuring op Europees niveau, bevat dit nog niet de doelstellingen uit het Europese ‘Fit for 55’-programma (totaal -55 %; ETS -61 %; niet-ETS -40 %). En in afwachting van een nieuwe lastenverdeling tussen Europese lidstaten en tussen de gewesten voor 2030 evenmin het aangescherpte niet-ETS doel (-40 %) uit de Vlaamse Visienota Bijkomende Maatregelen VEKP. Zie ook ‘meer info’.
Toestand
In Vlaanderen:
- daalde de totale uitstoot van broeikasgassen in 2020 in vergelijking met 2019 met 6,8 Mton CO2-eq. Deze eenmalige, sterke daling op 1 jaar tijd (-9 %) valt te verklaren door sterke terugval in de transportstromen (voertuigkilometers op de weg -22 %) en enkele economische activiteiten (o.a. petroleumraffinage) door de COVID-19-crisis. Ook de veel lagere verwarmingsbehoefte in gebouwen onder invloed van een erg zachte winter (circa 10 % lager) zorgde voor een lagere broeikasgasuitstoot. Tot slot deed het tijdelijk stilleggen van een hoogoven voor onderhoud de CO2-uitstoot sterk terugvallen bij zowel de ijzer- & staalproductie zelf, als bij de stroomproductie op basis van hoogovengas.
- werden er in totaal 68,9 Mton CO2-eq uitgestoten in 2020, waarvan 59,0 Mton CO2 of 86 % van de totale uitstoot.
- wordt ruim 40 % van de broeikasgasuitstoot gereguleerd door het Europese emissiehandelssysteem (EU-ETS).
Evolutie
De totale broeikasgasuitstoot is in de periode 1990-2020 met 19,7 % gedaald. Ten opzichte van 2005 ligt de uitstoot in 2020 ondertussen 23,3 % lager (eerste figuur):
- Na een graduele afname tussen 2005 en 2014 van bijna 90 Mton CO2-eq naar 75 Mton CO2-eq, bleef een verdere daling van de broeikasgasuitstoot uit. 2020 kende dan weer een eenmalige, sterke daling (zie hoger).
- CO2 daalde met 24 % (-19,0 Mton), N2O met 40 % (-1,9 Mton CO2-eq) en CH4 met 10 % (-0,5 Mton CO2-eq) t.o.v. 2005.
- De uitstoot van CO2 dook pas sinds 2011 blijvend onder het peil van 1990.
- De F-gassen laten een belangrijke stijging optekenen na 2005 (+0,4 Mton CO2-eq; +21 %). Toch laten de meeste F-gassen een netto daling zien na 2005. De stijging is dan ook vooral terug te brengen tot een belangrijke toename van de HFK-uitstoot, die vooral afkomstig is van de chemische industrie en van koelinstallaties voor commerciële en industriële toepassingen. Inmiddels is een shift naar koelmiddelen met een lagere GWP-waarde (opwarmend vermogen) wel ingezet onder impuls van EU-wetgeving, wat in 2019 voor het eerst resulteerde in afnemende HFK-emissies uitgedrukt in CO2-eq: na een stijging met 81 % tussen 2005 en 2018, een daling met 14 % van 2018 naar 2019. Dankzij reductie-inspanningen in de chemische industrie en de verdere afbouw van het gebruik van F-gassen als koelmiddel werd die daling nog verder doorgetrokken in 2020: -21 % ten opzichte van 2019.
Sinds 2005 wordt het overgrote deel van de broeikasgasuitstoot in de sectoren industrie en energie gereguleerd via een systeem van Europese emissiehandel (het EU ETS):
- In de eerste handelsperiode van 2005-2007 viel gemiddeld 37 % van de broeikasgasemissies in Vlaanderen onder dit systeem.
- In de tweede (2008-2012) en derde handelsperiode (2013-2020) nam dit aandeel verder toe, tot respectievelijk 40 % en 42 % door een uitbreiding van activiteiten en gassen onder het ETS.
Zoals de tweede figuur aantoont zijn de niet-ETS-emissies in Vlaanderen in de periode 2013-2019 slechts beperkt afgenomen (-4,0 %). Eerst lagen die emissies nog onder het pad van de niet-ETS-doelstelling[1], maar sinds 2016 lagen de niet-ETS emissies echter boven het vooropgestelde traject. Toch kon 2020 afgesloten worden met niet-ETS-emissies die net beneden de doelstelling uitkwamen. Redenen hiervoor waren een sterke terugval in de transportstromen en in mindere mate ook enkele economische activiteiten onder invloed van COVID-19, aangevuld met het effect van een erg zachte winter op de verwarmingsbehoefte van gebouwen.
Met de belangrijke daling van de CO2-emissies na 2005 lijkt de transitie naar een koolstofarmere economie voorzichtig ingezet. Toch tonen de resultaten van de laatste jaren dat deze trend nog zeer fragiel is, en sterk weersafhankelijk is: in koudere winters zal de uitstoot van CO2 ten gevolge van gebouwenverwarming weer toenemen.
[1] De niet-ETS-emissies opgenomen in de grafiek zijn de cijfers van de meest recente inventaris (2022). Deze kunnen afwijken van de cijfers gebruikt voor de officiële afrekeningen, die gebaseerd zijn op de eerst gerapporteerde cijfers. Bijvoorbeeld voor 2014 is de afrekening gebaseerd op de inventaris zoals ingediend in 2016, terwijl de cijfers opgenomen in deze figuur overeenstemmen met de inventaris zoals ingediend in 2022. De cijfers gebruikt voor de afrekeningen zijn te vinden via https://www.cnc-nkc.be/nl/reports, onder "gewestelijke ESD saldi".
Gevolgen
De klimaatverandering die we wereldwijd sinds 1850 waarnemen, is onmiskenbaar mede toe te schrijven aan menselijke activiteiten die de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer verhogen: voornamelijk het gebruik van fossiele brandstoffen en ontbossing. Die activiteiten gaan immers gepaard met een netto uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer.
Hoe pakken we dit aan?
De maatregelen waarmee Vlaanderen de emissies van de niet-ETS fractie wil terugdringen tegen 2020, 2030 en 2050 worden respectievelijk beschreven in:
- het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020;
- het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 en de Visienota Bijkomende Maatregelen VEKP;
- de Vlaamse Klimaatstrategie 2050.
Het beleid ter reductie van de ETS-fractie wordt volledig op Europees niveau uitgestippeld.
Meer informatie
- Vrijgave nieuwe (definitieve) emissiedata.
- Op zoek naar de uitstoot voor een specifieke (deel)sector of activiteit? Stel zelf een grafiek samen.
- Wat betekent CO2-eq en Global Warming Potential (GWP)?
- Het (inter)nationale beleidskader: op weg naar koolstofneutraliteit.
- Voortgangsrapporten over het Vlaams energie- en klimaatbeleid.