Vlaanderen.be www.vmm.be
Je bent hier: Home / Klimaat / Broeikasgasemissies per sector

Broeikasgasemissies per sector

  • Helft uitstoot afkomstig van industrie en energie(productie): 48 % in 2021.
  • Vooral energie(productie), industrie en huishoudens doen uitstoot sinds 2005 dalen.
  • De totale uitstoot daalde met 20 % sinds 2005.
Laatst bijgewerkt: augustus 2023
Actualisatie: Jaarlijks

evolutieEvolutie

2005 wordt gezien als de start van het Europees klimaatbeleid en is hierdoor een belangrijk referentiejaar. Voor internationale doelstellingen wordt echter het jaar 1990 als referentiejaar gebruikt.

Industrie – uitstoot daalt met 17 % sinds 2005

  • De laatste jaren – tot voor COVID-19 – schommelde de uitstoot van de industrie rond 21 Mton CO2-eq, en ook het aandeel van de industrie in de totale broeikasgasuitstoot bleef rond de 27 % hangen.
  • Onder invloed van de COVID-19-crisis viel de economische activiteit in Vlaanderen terug met 3 % in 2020. De broeikasgasuitstoot van de industrie viel dat laatste jaar zelfs terug met 6 %. Belangrijke factor hierbij was het tijdelijk stilleggen van een hoogoven (ijzer- & staalproductie) voor onderhoud.
  • Tussen midden jaren '90 en 2009 (een jaar met zeer lage emissies omwille van de economische crisis) wist de industrie in Vlaanderen haar emissies gestaag te reduceren. Deze afname kan het gevolg zijn van verbeteringen in energie-efficiëntie onder invloed van het Europees emissiehandelssysteem en de energieconvenanten met de Vlaamse overheid, maar ook een verplaatsing van industriële activiteiten naar andere landen kan de daling verklaren.
  • De Vlaamse overheid heeft afspraken gemaakt met de producenten van salpeterzuur en caprolactam om de uitstoot van N2O terug te dringen zonder verlies van productiecapaciteit (o.a. door katalysatoren in te bouwen in de productie-installaties). Dit resulteerde in belangrijke emissiereducties, eerst bij de salpeterzuurproductie sinds 2005 en nadien ook bij de caprolactamproductie vanaf 2012.
  • De uitstoot van F-gassen piekte in 2018. Maar door de inspanningen om de emissies van de F-gassen te reduceren, slaagde de industrie (vnl. chemische industrie) er in haar F-gasuitstoot met 66 % terug te dringen op 3 jaar tijd (2018-2021).

Energie – uitstoot daalde met 36 % sinds 2005

  • In 2004 werd het emissiereductiepad ingezet, initieel met kleine stapjes. Na 2010 versnelde de emissiereductie. Voor de daling van de emissies van het jaar 2020 t.o.v. 2019 speelt o.a. het stilleggen van een hoogoven (ijzer- en staalproductie) voor onderhoud, waardoor minder stroom werd geproduceerd op basis van hoogovengas (met relatief hoge CO2-uitstoot). Ook leidde de terugval in petroleumraffinage onder invloed van gedaalde transportstromen tijdens de COVID-crisis, tot een fors gedaalde CO2-uitstoot in de raffinaderijen in 2020.
  • De daling van de uitstoot sinds 2004 was het resultaat van de sluiting van enkele elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen (vnl. deze op steenkool), de uitbouw van hernieuwbare energieproductie voor elektriciteit en warmte en een verbetering van de energie-efficiëntie.
  • Het aandeel van de energieproductie in de Vlaamse uitstoot daalde van 28 % in 1990 naar 21 % in 2021. In deze periode namen de broeikasgasemissies in de sector energie sterker af dan in de andere sectoren.
  • Ter info: afvalverbranding met energierecuperatie (stroom- en/of warmteproductie) wordt mee onder de energiesector beschouwd.

Uitstoot huishoudens daalt met 24 % en uitstoot handel & diensten daalt met 4 % sinds 2005

  • De uitstoot van deze 2 sectoren is bijna volledig toe te schrijven aan verwarming van gebouwen en dus zeer afhankelijk van de buitentemperatuur. Zo is er een lagere uitstoot in jaren met zachte winters (2011 en 2014) en een hogere uitstoot bij strenge winters (2010, 2013). De algemene tendens van zachtere winters laat zich ook optekenen in de dalende evolutie van het aantal graaddagen (d.i. een ruwe benadering voor de verwarmingsbehoefte in gebouwen op basis van een referentietemperatuur en de werkelijke buitentemperatuur). 2021 had een gelijkaardig aantal graaddagen als 2005, 1 % hoger dan in referentiejaar 2005.
  • Dat de huishoudens erin slagen de uitstoot met 24 % terug te dringen ondanks een lichte stijging van het aantal graaddagen, kan toegeschreven worden aan de inzet van energiebesparende maatregelen (bv. premies voor dakisolatie en instellen van bouwvoorschriften) en de overstap naar meer hernieuwbare energiebronnen (bv. premies voor zonneboilers en warmtepompen).
  • Ook bij handel & diensten gebeuren inspanningen om het gebruik van fossiele energiebronnen en de bijhorende broeikasgasuitstoot terug te dringen. Het effect van die maatregelen laat toe om de economische groei in die sector op te vangen.
  • Ter info: in bovenstaande cijfers worden de emissies van CO2 t.g.v. houtverbranding niet meegerekend in overeenstemming met de 'nationale' totalen volgens de Europese en internationale verplichtingen (d.i. omwille van het CO2-neutrale karakter van deze emissies).

Transport – uitstoot broeikasgassen blijft schommelen rond niveau 2005

  • De broeikasgasemissies van transport blijken al sinds 2005 te schommelen rond 18 Mton CO2-eq.
  • Opmerkelijke uitzondering hierop was 2020, waar de uitstoot terugviel tot 82 % van de emissies in 2005 door zowel een terugval in de economische activiteit dat jaar (goederentransport) als door allerlei omgangsbeperkingen en verplichtingen rond quarantaine en thuiswerk door COVID-19 (personenvervoer). Ook in 2021 waren deze maatregelen nog gedeeltelijk van kracht, waardoor er nog steeds ongeveer 10 % minder uitstoot werd vastgesteld in vergelijking met het jaar 2005.
  • Het aandeel van transport in de Vlaamse uitstoot steeg van 16 % in 1990, naar 20 % in 2005 en zelfs naar 22 % in 2021.
  • Maatregelen in deze sector zoals de aangescherpte uitstootnormen voor nieuw verkochte personenvoertuigen, het rekeningrijden voor goederentransport en de bijmenging van biobrandstoffen, slagen er sinds 2009 in om het effect van stijgende transportstromen op te vangen. Voor een echte kentering naar netto uitstootreductie na afloop van de COVID-19-periode blijft het afwachten hoe snel de impact van een verhoogde elektrificatie van het wagenpark zichtbaar zal zijn in de evolutie van de emissies.

Landbouw (exclusief veranderingen in landgebruik 'LULUCF') – uitstoot stijgt met 9 % sinds 2005

  • Na een daling sinds 1990, met de laagste uitstoot in 2008, neemt de uitstoot van de landbouw jaarlijks weer gestaag toe.
  • De landbouw is de enige sector waar de absolute emissies in 2021 hoger lagen dan in 2005: +9 %.
  • Belangrijkste bron van die toename blijkt de veeteelt: spijsvertering en stal (incl. mestopslag) bij melkkoeien door de sterke toename van de gemiddelde melkproductie per koe.
  • Daarnaast steeg de uitstoot sinds 2008 ook door een toename van het aantal WKK-eenheden in eigen beheer (zelfproducenten), met verschuiving van emissies van de energiesector (elektriciteitsproductie) naar de landbouw (glastuinbouw) tot gevolg.
  • De omvang van de veestapel blijft bepalend voor de emissiebijdrage uit de veeteelt. Sinds 2009 stijgt die veestapel (en de bijhorende broeikasgasuitstoot) terug en dit voornamelijk door de aangroei van de pluimveestapel (+62 % sinds 2008). De groei van de pluimveestapel is gelinkt aan de uitbreidingsmogelijkheden met mestverwerking. De rundveestapel en de varkensstapel bleven heel wat stabieler.

Afval – uitstoot daalt met 37 % sinds 2005

  • De emissies gerelateerd aan afvalverwerking (zonder energierecuperatie) en afvalwaterbehandeling kenden al een belangrijke daling voordien, maar konden ook tussen 2005 en 2021 nog met meer dan een derde verminderd worden.
  • Grootste drijfveren hier waren een stortverbod aangevuld met de verplichting om vrijkomende gassen (methaan) maximaal nuttig aan te wenden voor energierecuperatie.
  • Belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren is het onbedoeld vrijkomen van gassen met een hoog opwarmend vermogen, vooral uit afgedankte koel- en airco-installaties. Hun aandeel in de uitstoot van deze sector nam toe van 2 % in 2005 naar 40 % in 2021.

IcoonGevolgen

De klimaatverandering die we wereldwijd sinds 1850 waarnemen, is onmiskenbaar mede toe te schrijven aan menselijke activiteiten die de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer verhogen: voornamelijk het gebruik van fossiele brandstoffen en ontbossing. Die activiteiten gaan immers gepaard met een netto uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer.

aanpakHoe pakken we dit aan?

De maatregelen waarmee Vlaanderen de emissies van de ESR-fractie wil terugdringen tegen 2030 en 2050 worden respectievelijk beschreven in:

Het beleid ter reductie van de ETS-fractie wordt volledig op Europees niveau uitgestippeld.

InfoMeer informatie

vmm.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

Elke dag opnieuw werkt de Vlaamse Milieumaatschappij aan het milieu van morgen. Water, lucht en klimaat(adaptatie) zijn onze kerntaken.