VMM waakzaam tijdens warme zomer
Veilig zwemmen
De VMM controleert de hele zomer de kwaliteit van het zwemwater aan de kust en in de zwem- en recreatievijvers in het binnenland. In samenwerking met het Agentschap Zorg en Gezondheid testen we het water op de aanwezigheid van schadelijke bacteriën. Het gaat in totaal om 41 zwemzones aan de kust en 47 zwem- en 49 recreatievijvers in het binnenland.
De zwemzones aan de kust onderzoeken we tijdens het badseizoen gemiddeld anderhalve keer per week. Voor de zwemvijvers gebeurt dat wekelijks en voor de recreatievijvers om de twee weken. Alles samen namen we meer dan 1200 monsters in juli en augustus.
Als de bacteriologische normen overschreden worden en een controlestaal dit bevestigt, adviseert de VMM een zwemverbod. Dat gebeurde deze zomer negen keer, waarvan acht keer door de aanwezigheid van blauwalgen. Zodra de kwaliteit van het water opnieuw aan de normen voldoet, is zwemmen opnieuw mogelijk.
Toxische blauwalgen
Cyanobacteriën of blauwalgen zijn bacteriën die, drijvend op het wateroppervlak, een olieachtige laag kunnen vormen. Bij warm weer kunnen ze massaal ‘bloeien’, vooral in stilstaand of traagstromend, voedselrijk oppervlaktewater. In de drijflaag kunnen giftige stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor mens en dier.
Door de warme en droge zomer zijn er dit jaar opnieuw, net zoals in 2019, veel gevallen van blauwalgenboei vastgesteld door of gemeld aan de VMM. Naast de vaststellingen in de regelmatig gecontroleerde zwem- en recreatiewateren kregen we heel wat meldingen door via het blauwalgenmeldpunt van VMM. Met 67 meldingen in juli en augustus 2020 liggen de aantallen iets lager dan in 2019 (toen 85 meldingen in dezelfde periode).
De waterloopbeheerder kan na de melding een staal laten analyseren door de VMM om vast te stellen of er potentieel toxische blauwalgen in zitten. In ongeveer de helft van de waarnemingen was er sprake van een potentieel toxische soort. Advies van de VMM is dan om watercaptatie voor besproeiing van voedings- en voedergewassen en veedrenking te verbieden, en ook diverse vormen van waterrecreatie tijdelijk niet toe te staan. Zo worden onnodige gezondheidsrisico’s vermeden. De drijflaag verdwijnt in de meeste gevallen na verloop van tijd vanzelf. Het verbod kan dan opnieuw ingetrokken worden.
Vissen in nood
De droge, warme omstandigheden kunnen ook andere problemen met zich meebrengen zoals vissterfte. Hoe gebeurt dit? De lage waterstanden en de langzame doorstroming zorgen ervoor dat organische vervuiling en nutriënten in hogere concentraties voorkomen in het resterende water en dus zijn de waterlopen extra kwetsbaar voor vervuiling. Bij hevige regenval kunnen de riolen het regenwater soms niet snel genoeg verwerken en kan het afvalwater via overstorten in de waterlopen terechtkomen. Die organische vuilvracht wordt door bacteriën afgebroken, waardoor het gehalte opgeloste zuurstof in het water zeer snel kan dalen en vissen in de problemen komen.
In totaal ontving de VMM in juli en augustus 31 meldingen van (dreigende) vissterfte. We hebben alle meldingen onderzocht en zijn zo nodig ter plaatse gegaan. Is het een onbevaarbare waterloop van eerste categorie, dan neemt de VMM zelf maatregelen om de problemen in te dijken. We zorgen dan bv. voor meer doorstroming of dienen extra zuurstof toe door aanpassing van peilinstellingen of het plaatsen van beluchters. In andere waterlopen adviseert de VMM de waterbeheerder, in overleg met andere betrokkenen, zoals de visserijbiologen van ANB.
Dankzij een goede communicatie tussen de verschillende diensten konden we deze zomer op heel wat plaatsen, waaronder de Grote Gete, de Dender, de Zwalmbeek en de Boven-Schelde erger voorkomen. In overleg met de betrokken rioolbeheerders zullen we voor de vastgestelde knelpunten ook oplossingen voor de overstortproblematiek zoeken zodat we in de toekomst maximaal een herhaling van de vissterfte kunnen voorkomen.