Metalen
Waarom meten we metalen?
Metalen zijn per definitie niet afbreekbaar en (bio)accumuleren in het aquatische milieu. Een aantal ervan is essentieel voor verschillende biochemische processen in organismen, maar bij hogere concentraties worden ze toxisch voor waterplanten en/of -dieren.
Metalen kunnen zich binden aan zwevende stoffen en zich als neerslag op de waterbodem afzetten. Daardoor kan er, lang na het stopzetten van een vervuilende activiteit, nog een grote nalevering zijn van metalen uit de waterbodem. De directe ecotoxiciteit van metalen voor het waterleven wordt echter hoofdzakelijk bepaald door het gehalte metalen in opgeloste vorm.
Uitstoot bedrijven daalt
De belangrijkste bronnen van de 8 heffingsmetalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, nikkel, lood en zink) in 2017 zijn atmosferische depositie en erosie van de bodem. Transport is de belangrijkste bron van koper. Infrastructuur (meer bepaald corrosie gebouwen) is de belangrijkste bron van zink. Voor 7 van de 8 heffingsmetalen dalen de netto-emissies door bedrijven sterk in 2017 t.o.v. 2010. Deze daling ligt tussen 23% (koper) en 86% (lood). Voor zink is er in 2017 t.o.v. 2010 een stijging van de netto-emissie door bedrijven met 5%.
RWZI’s halen een groot deel van de metalen uit het rioolwater
Alle metalen worden t.o.v. het influent van RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) in lagere percentages teruggevonden in het effluent. De prioritair gevaarlijke stoffen kwik en cadmium worden het minst teruggevonden in het influent, en bijna niet (<1%) in het effluent.
De grootste gemiddelde jaarvrachten die toekomen op RWZI zijn die van zink, gevolgd door koper en lood. Ook arseen, chroom en nikkel hebben nog gemiddelde influentvrachten die hoger zijn dan 1 ton.
De hoogste gemiddelde effluentconcentratie is die van zink. De prioritair gevaarlijke stoffen kwik en cadmium hebben de laagste gemiddelde effluentconcentraties. Cadmium wordt in het influent vooral teruggevonden in het noorden van de provincie Limburg.
Niet alle metalen worden even goed verwijderd uit het effluent op RWZI. Lood wordt het best verwijderd. Ook chroom, koper en zink worden nog vrij goed verwijderd.
Grafiek met gemiddelde zuiveringsrendementen van metalen op RWZI's in Vlaanderen
Metalen in oppervlaktewater
In oppervlaktewater werd in 2017 de norm voor kobalt, uranium, arseen en nikkel in meer dan 1 op 10 van de meetplaatsen overschreden. Voor kobalt is dit zelfs het geval in de helft van de meetplaatsen. Voor de meeste metalen blijft de situatie hetzelfde als de vorige jaren. Van de prioritaire stoffen wordt opgelost cadmium aangetroffen in te hoge concentraties in 2,3% van de meetplaatsen, kwik in 0,6%, lood op geen enkele meetplaats en nikkel in 11,4%. De sterke stijging voor nikkel vanaf 2016 kan verklaard worden door een nieuwe strengere norm die vanaf dan van kracht is. In 2017 daalde het aantal overschrijdingen voor nikkel licht. Voor cadmium vinden we bijna alle overschrijdingen van de norm terug in het noorden van de provincie Limburg.
Drinkwaterproductie zuivert metalen uit ingenomen oppervlaktewater
Verschillende metalen werden vastgesteld in het oppervlaktewater ter hoogte van de innamepunten voor drinkwater. Dat blijkt uit de meetresultaten van de locaties waar in Vlaanderen het oppervlaktewater gebruikt wordt voor de productie van drinkwater in 2017..
Als de concentratie van de metalen aan de innamepunten getoetst worden aan de drinkwaternorm (die bestaat voor antimoon, arseen, boor, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, seleen en zink) werd alleen voor arseen de norm overschreden bij de VMM-metingen. Uit de metingen uitgevoerd door de watermaatschappijen blijkt dat naast arseen ook normoverschrijdingen voor lood en zink worden vastgesteld. Uit de metingen op het afgewerkte drinkwater (uitgang waterproductiecentrum) werd in 2017 geen enkele normoverschrijding voor de metalen vastgesteld.
Kaart met het aantal vastgestelde metalen ter hoogte van de geselecteerde meetpunten
Metalen in biota en waterbodem
In biota wordt de milieukwaliteitsnorm voor kwik in biota op alle meetplaatsen overschreden. Uit de analyse van de zware metalen blijkt dat gemiddeld 10% van de onderzochte waterbodems voor metalen verontreinigd tot sterk verontreinigd zijn.
Kaart met gemiddelde Hg-concentratie in spierweefsel van baars (links) en paling (rechts) per meetplaats. Concentratie wordt uitgedrukt in µg/kg versgewicht.