MAP - Nutriënten in landbouwgebied
Te veel nutriënten in het oppervlaktewater kunnen leiden tot overmatige algengroei wat de waterkwaliteit negatief beïnvloedt. Bovendien kunnen hoge nitraatconcentraties de drinkwaterproductie bemoeilijken. Om deze problemen aan te pakken is het belangrijk te weten waar de bronnen zitten. Voor nutriënten is een belangrijke bron de mestproductie en het mestgebruik op de Vlaamse landbouwgronden. Om een inschatting te maken van de impact van deze bron, zette de VMM het MAP-meetnet oppervlaktewater op.
Meer informatie over het MAP-meetnet oppervlaktewater vind je ook in de veelgestelde vragen in de rechterkolom.
Lees het rapport Nutriënten in oppervlaktewater in landbouwgebied, resultaten MAP-meetnet 2019-2020 Hieronder bespreken we kort de recente meetresultaten voor nitraat en fosfaat.
Nitraat
Volgens het MAP5, het mestactieplan voor de periode 2015-2018, moet tegen 2018 het aantal meetplaatsen met overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat/l teruggedrongen zijn tot maximaal 5 % van de meetplaatsen.
In het winterjaar 2019-2020 werd er in 28 % van de MAP-meetplaatsen minstens 1 keer een overschrijding van de drempelwaarde vastgesteld. Hiermee wordt de dalende trend sinds 2002 omgezet in een stijging sinds 2017. De vooropgestelde doelstelling (in 2018 slechts 5 % meetplaatsen met overschrijding) wordt niet gehaald. Ook het behalend van de doelstelling van MAP6 (2019-2022) wordt moeilijk.
De klimaatverandering leidt tot achteruitgang van de waterkwaliteit voor nitraat. Er is nood aan een klimaatrobuust mestbeleid.
Uit een statistische trendanalyse per meetplaats over de periode 2015 tot en met 2020 blijkt dat de nitraatconcentratie op ca. 88% van de meetplaatsen geen significante trend vertoont. Het percentage meetpunten met een significant dalende trend (6%) is ongeveer gelijk aan het percentage met een significant stijgende trend (7%). Er treedt vanaf 2017-2018 een trendbreuk op met stijgende nitraatconcentraties.
Fosfaat
De milieukwaliteitsnorm voor orthofosfaat in oppervlaktewater is gespecifieerd per waterlooptype en varieert van 0,07 tot 0,14 mg P/l. Het normenstelsel voorziet ook een indeling in kwaliteitsklassen waarbij de grens tussen goed en matig overeenkomt met de milieukwaliteitsnorm. Voor de meeste MAP-meetpunten (97 %) geldt de norm van 0,10 mg orthofosfaat-fosfor/liter (kleine beek).
De fosfaatproblematiek moet dan ook meer aandacht krijgen in het mestbeleid en meer maatregelen zijn nodig om het teveel aan orthofosfaat in oppervlaktewater weg te werken.