Vlaanderen.be www.vmm.be
Je bent hier: Home / Sectoren / Landbouw / Nitraat in oppervlaktewater in landbouwgebied

Nitraat in oppervlaktewater in landbouwgebied

  • In het winterjaar 2022-2023 overschreed 25% van de  meetplaatsen de drempelwaarde. De verbetering van de voorbije jaren heeft zich niet doorgezet.
  • Een te hoge nutriëntenconcentratie in het oppervlaktewater bemoeilijkt de drinkwaterproductie en heeft een negatieve impact op de ecologische toestand van het oppervlaktewater.
Laatst bijgewerkt: februari 2024
Actualisatie: Jaarlijks

doelstellingDoelstellingen

De doelstellingen voor de nitraatconcentraties zijn opgenomen in de opeenvolgde mestactieplannen (MAP):

  • MAP 4 (2011-2014): op maximaal 16% van de meetplaatsen een overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat/liter in 2014.
  • MAP 5 (2015-2018): op maximaal 5% van de meetplaatsen een overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat/liter in 2018.

 Vanaf MAP 6 (2019-2022) wordt gekeken naar de gemiddelde nitraatconcentratie per afstroomzone:

  • Lange termijn doelstelling per afstroomzone is een streefwaarde van 18 mg nitraat per liter. Tegen 2027 dienen alle maatregelen genomen te zijn om op termijn de gemiddelde nitraatconcentratie in het oppervlaktewater in landbouwgebied beneden 18 mg nitraat/l te krijgen.
  • Daarnaast wordt een verbetering met 4 mg nitraat/l vooropgesteld voor de afstroomzones die in de periode 2015-2018 een gemiddelde nitraatconcentratie van meer dan 18 mg nitraat/l hadden.

Vermits er eind 2023 nog geen MAP 7 is, toetsen we de resultaten nog aan de doelstellingen van MAP 6.

toestandToestand

In het winterjaar 2022-2023:

  • is het overschrijdingspercentage van de drempelwaarde van 50 mg nitraat/liter gelijk aan 25%, nog steeds ruim boven de doelstellingen van MAP 4 en MAP 5 dus.
  • wordt de streefwaarde voor de gemiddelde nitraatconcentratie (18 mg nitraat per liter) behaald in 101 van de 179 beoordeelde afstroomzones, wat overeenkomt met 50% van het landbouwareaal.
  • bevinden de meeste afstroomzones met hoge nitraatconcentraties zich in het zuiden van West-Vlaanderen en in het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg.

evolutieEvolutie

In het winterjaar 2022-2023 overschreed 25% van de  meetplaatsen de drempelwaarde. De positieve trend die na de droogteperiodes tijdens de groeiseizoenen van de jaren 2017-2020 begon, is daarmee geëindigd.  

De lange droogteperiodes tijdens het groeiseizoen in de jaren 2017-2020 leidden tot minder opname van stikstof door de gewassen en bijgevolg een hogere bodemvoorraad nitraat. Als hier onvoldoende op ingespeeld wordt bij de bemesting en de teeltkeuze, leidt dat tot meer uitspoeling van nitraat tijdens de winterperiode en meer overschrijdingen van de drempelwaarde.

De zomer van 2021 was de natste zomer sinds de start van de metingen waardoor er reeds vroeg in het groeiseizoen verdunning en uitspoeling kon plaatsvinden. Ook konden de gewassen goed groeien in 2021 en meer stikstof opnemen, waardoor ze een minder grote stikstofvoorraad nalieten in de bodem. Daarnaast heeft het bijna niet meer geregend sinds de start van het bemestingsseizoen in 2022 waardoor er ook geen pieken gemeten werden door vroege uitspoeling. Deze factoren droegen allemaal bij tot een lager overschrijdingspercentage in winterjaar 2021-2022. Daarnaast zal er ook een effect van MAP 6 (o.a. vanggewassen) zijn maar het is nog onduidelijk welk aandeel dit heeft ten opzichte van het weerseffect.

Het winterjaar 2022-2023 werd gekenmerkt door de relatief droge start van het meetjaar. Het najaar had een gemiddeld neerslag patroon. In februari – de start van de  bemestingsperiode - viel er dan weer erg weinig neerslag en de lente had een gemiddelde neerslag. Zowel het percentage overschrijdingen van de drempelwaarde als de gemiddelde nitraatconcentratie lagen dan ook weer wat hoger ten opzichte van het winterjaar 2021-2022, met vooral meer overschrijdingen in de winterperiode.

Het merendeel van de meetplaatsen vertoont geen statistisch significante trend. Over de periode 2013-2023 waren er iets meer meetplaatsen met een stijging dan een daling. Al bij al is er de laatste 10 jaar geen duidelijke trend opgetreden. Over de periode 2018-2023 waren er meer meetplaatsen met een daling dan een stijging. Dat wordt vooral veroorzaakt door de hoge meetresultaten in de eerste winterjaren van deze periode.

aanpakHoe pakken we dit aan?

Het 6de mestactieplan voor de periode 2019-2022 (MAP 6) moest ervoor zorgen dat minder nitraten en fosfaten uit meststoffen in het water terechtkomen. Belangrijke elementen zijn o.a.:

  • bemesten met de meest geschikte mestsoort en bemestingstechniek, volgens de juiste dosis en op het juiste tijdstip,
  • de bodemkwaliteit verbeteren;
  • de directe verliezen van nutriënten tegengaan;
  • de gebiedsgerichte aanpak.

De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma. Voor deze indicator is vooral Groep 7B - Verontreiniging oppervlaktewater van belang.

InfoMeer informatie

vmm.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

Elke dag opnieuw werkt de Vlaamse Milieumaatschappij aan het milieu van morgen. Water, lucht en klimaat(adaptatie) zijn onze kerntaken.