Beoordelingskader PFAS bij lozing afvalwater of lozing bemalingswater
Bij die toetsing gaat de VMM na of de toestand van de waterloop (of waterlichaam) waarin wordt geloosd niet achteruitgaat en de doelstellingen voor die waterloop haalbaar blijven. Dit is het zogenaamde Wezer-stappenplan dat er kwam naar aanleiding van het Wezer-arrest van het Hof van Justitie van 1 juli 2015 (zaak C-461/13).
Voor PFAS is er, met uitzondering van PFOS, voor afvalwater nog geen officiële norm. Om de impact te beoordelen van potentieel met PFAS verontreinigd afvalwater houdt de VMM rekening met de gemeenschappelijke druk van alle PFAS verbindingen samen. De VMM past hierbij de redenering van Europa toe dat alle PFAS-verbindingen bijdragen tot de totale PFAS-impact en dus als groep moeten bekeken worden. Door de onaanvaardbare bijkomende druk moeten de PFAS-verbindingen allemaal zo ver mogelijk gezuiverd worden. De VMM hanteert de huidige rapportagegrens van 100 ng/l per stof hierbij als richtwaarde.
Bij individuele aanvraagdossiers kunnen er tijdens de vergunningsprocedures bijkomende afwegingen inzake risico’s worden gemaakt, wat aanleiding kan geven tot specifieke vergunningsvoorwaarden.
Dit handelingskader is opgenomen in het tweede tussentijdse rapport van de Vlaamse opdrachthouder PFAS en wordt door VMM toegepast in afwachting van een definitief normenkader.
Tijdelijk VMM-kader bemalingswater in afwachting van nieuwe inzichten en wetgeving
Ook voor de lozing van bemalingswater werkt de VMM met datzelfde tijdelijk kader, in afwachting van bijkomende inzichten en van nieuwe wetgeving die momenteel in voorbereiding is. De richtlijnen zijn gericht naar de bouwsector en de lokale vergunningverleners. De VMM werkt hiervoor samen met OVAM en relevante stakeholders.
Voor de behandeling van bemaling wordt achtereenvolgens de voorkeur gegeven aan:
- Het maximaal beperken van bemaling
- Lokaal weer in de ondergrond brengen van het bemalingswater. Gezien de droogteproblematiek is het vanzelfsprekend dat onttrokken water zoveel mogelijk terug in de bodem wordt gebracht. Ook kwalitatief kan het interessanter zijn om water ter plaatse te houden i.p.v. het af te voeren.
- Alleen voor het deel van het bemalingswater waarvoor voorgaande opties niet kunnen, kan er geloosd worden in een waterloop. Kan ook dat niet, dan in de riolering.
- Voor de impactbeoordeling van PFAS in bemalingswater houden we rekening met praktische overwegingen enerzijds en het juridische kader anderzijds.
- De beschikbare zuiveringstechnieken hebben enerzijds een kost en anderzijds ook hun beperkingen. De VMM gaf daarom aan VITO de opdracht om een BBT-onderzoek (beste beschikbare technieken) uit te voeren om na te gaan welke huidige nieuwe technieken haalbaar zijn en tegen welke kostprijs. Dit onderzoek loopt momenteel nog.
- Daarnaast moeten de bestaande wetgevende kaders gerespecteerd worden. Dit is vooral de VLAREM-regelgeving in afstemming met de bodemwetgeving (Bodemdecreet, ontwerpbodemsaneringskader PFAS) en andere relevante beschikbare normenkaders (bv. Europees normenkader drinkwater). Voor dat laatste vroeg de VMM ook verduidelijking aan Europa om de bewegingsruimte hierin af te bakenen. De wetgeving inzake de bescherming van grondwater is terecht erg streng aangezien het belangrijk is om onze strategische watervoorraden genoeg te beschermen.
In afwachting van meer duidelijkheid rond de haalbaarheid van een doorgedreven zuivering (in functie van de uitkomst van het BBT-onderzoek), moet elke lozing van PFAS-houdend bemalingswater zo ver mogelijk gesaneerd worden. De huidige rapportagegrens van 100 ng/l per stof geldt hierbij als uitgangspunt. Ook wordt als uitgangspunt een groepsnorm voor PFAS van 500 ng/l gehanteerd.
Bij individuele aanvraagdossiers kunnen er tijdens de vergunningsprocedures bijkomende afwegingen inzake risico’s worden gemaakt, hetgeen aanleiding kan geven tot specifieke vergunningsvoorwaarden.
Dit handelingskader is opgenomen in het tweede tussentijdse rapport van de Vlaamse opdrachthouder PFAS en wordt door VMM toegepast in afwachting van een definitief normenkader.