Methodiek meetnet verzuring en vermesting
De natte depositie meten we met natte depositievangers. Tijdens droge perioden is dit toestel gesloten. Wanneer de sensor regen, sneeuw of hagel waarneemt, geeft de sensor een signaal naar het toestel en opent het deksel. De neerslag valt via een trechter in een monsternemingsfles. Elk van de drie flessen in het toestel vangt de neerslag van één week op.
Naast de natte depositievangers staan pluviografen opgesteld. Deze toestellen werken zoals een weegschaal. De opgevangen regen wordt gewogen. Op die manier kunnen we exact de hoeveelheid aan neerslag meten.
De concentratie van zwaveldioxide, stikstofdioxide en ammoniak meten wij enerzijds met passieve samplers en anderzijds met monitoren. Bij passieve samplers is de bemonstering gebaseerd op het principe van diffusie doorheen een membraan. De oppervlakte van de sampler is namelijk diffuus en adsorberend. Na blootstelling aan de lucht gedurende een bepaalde periode, analyseren we de samplers in het laboratorium.